Reis ver
De dag van het vertrek begint eigenlijk al de avond ervoor. Congé Dansant moet zowat het meest charmante en tegelijkertijd scheve buurtfeest van Gent en omstreken zijn. Van worstenkap, kinder-rodeo, of peper-Scoville-challenge tot een armworstelwedstrijd tussen de echte burgemeester en de nachtburgemeester (de nacht won, uiteraard) en dat allemaal onder begeleiding van DJ’s die alle mogelijke versies van “Laat de zon in je hart” door de boksen laten knallen. Ooit barst het uit z’n voegen en worden dit de échte Gentse Feesten, maar nu is het een zaligheid om er onder een stralende zon en walsend op Willy Somers de hele buurt tegen het lijf te lopen. Het pleintje ligt op nog geen 50m van onze voordeur en DJ Timmy Tropical waait uitgelaten onze tuin binnen. Het is 10 juli 2022 en morgen zijn we weg voor zes maand.
Congé Dansant is ons sluitstuk van twee maand zomervakantie samengevat in 10 dagen: 2 trouwfeesten, een afscheidsfeestje in ‘t Parkkaffee, een afscheids-BBQ, knuffels, kussen, cadeautjes, tot-ziens, soit, een emotionele rollercoaster tussen hier en daar, tussen nu en het komende half jaar. Griet en ik zitten die avond bleitend tegenover mekaar voor een bord onaangeroerde spaghetti en vragen ons af waar we in godsnaam aan begonnen zijn. We besluiten om nog een laatste glas te drinken op ‘t pleintje. De spanning doorspoelen op Lacs Du Connemara in de versie van DJ Yolotanker, ideaal.
De volgende ochtend brengen we de laatste praktische zaken in orde: we betalen nog wat rekeningen, stellen auto-reply’s in, herschikken de bagage voor de zoveelste keer (de loopschoenen blijven thuis, de kleine foto-printer mag mee) en sweepen een laatste keer door het huis. We verhuren het voor de komende zes maand en het ligt er nu properder bij dan ooit. De rookmelders die al 3 jaar op de grond liggen hangen eindelijk op, het gras is vers gemaaid, de rommel is naar ‘t containerpark, de dakgoot hersteld, “we moeten nu stoppen of ik wil hier niet meer weg”. Om 13u15 arriveert Taxi Oma en Opa en voert ons naar het Sint-Pietersstation, waar we rond 14u de trein naar de luchthaven nemen. ‘t Is voor echt!
We beginnen de reis met vijf dagen Bangkok en vliegen daarna door naar Bali, waar we voor 3 nachten een hotelletje geboekt hebben. Vanaf dan ligt alles open, maar het plan is om gedurende zes maand door Zuid-Oost-Azië te trekken, vanuit Indonesië terug naar boven, door Thailand richting Vietnam, Laos, Cambodja en zo terug naar Bangkok. Ik schrijf het nu alvast op, zodat we over ongeveer 180 dagen kunnen evalueren in hoeverre dat gelukt is.
De vlucht naar Bangkok gaat via Helsinki. We zijn ruim op tijd op de luchthaven, checken ongeveer 24 kilo baggage in (niet slecht voor een half jaar), hebben een eerste klein stress-momentje als de vrouw achter de balie “Thailand Pas?” vraagt en wij “Euh, dat moet toch niet meer sinds 1 juli?” stamelen (wij hadden gelijk, ha, vrouw aan de balie!), eten een pizza, drinken een laatste Apérol en of we go.
De laatste keer dat Griet een vliegtuig nam (5 jaar geleden naar Kopenhagen) was - ondanks twee Xanax’en - één langgerekte bijna hyperventilerende paniekaanval met veel zweet en tranen, dus ik had voor haar verjaardag in januari een cursus vliegangst (enfin, anti-vliegangst) cadeau gedaan, die ze enkele weken voor vertrek had aangevuld met een drietal mindfulness-sessies. Het verschil was dag en nacht. Als een volleerde zen-boeddhist zweefde ze richting Helsinki en vervolgens ook 12u(!) via een omweg rond Oekraïne en Rusland extra lang naar Bangkok. De temesta’s (“ge weet maar nooit”) bleven onaangeroerd, de monniken gapen haar hier vol bewondering na. Voor Sam en Robin was het de eerste keer vliegen en behalve het eten (“wat is DIT?”) vonden ze beeldscherm-paradise de max. Film 1 (iets met Lego), Tetris, Angry Birds, een spelletje met katapulten, Film 2 en dan toch, zo omstreeks 3u ‘s nachts, een poging tot wat slaap.
Omstreeks 16u15 lokale tijd (het is hier 5u later dan in België) kwamen we stevig geradbraakt aan in Bangkok. We passeerden zonder problemen langs immigration (“don’t smile, please”), namen de baggage van de band, kochten een lokale SIM-kaart en sprongen op de trein richting city center. Het plan was om vanaf daar een Grab (het Thaise equivalent van Uber) te nemen richting ons hotel, maar die bleken allemaal overbevraagd, dus vonden we er niet beter op dan op het drukste moment van de dag het drukste kruispunt van de stad over te steken en bus 23 naar de Thewet buurt te nemen. Een stel houten planken op wielen, 32 baht (ongeveer €1) voor 4 personen, van andere toeristen geen spoor (in die mate een Thaise vrouw ons kwamen vragen of we wel wisten waar we waren), doodmoe en ondertussen ook totaal overprikkeld, kwamen we rond 20u aan in een iets rustigere buurt en ons mega charmante Phranakorn Norlen hotel.
Met het laatste restje energie gingen we op de hoek van de straat nog snel iets eten (“gewoon kip met rijst”) om dan eindelijk voor een uur of veertien te gaan slapen.
Reis ver, we zijn er.