Chiang Ma(i)

We reizen de moderne samenleving verder tegemoet wanneer we een kleine 200 km meer zuidwaarts reizen naar Chiang Mai, de grootste stad van Noord-Thailand. We zijn hier alvast voor 2 belangrijke gebeurtenissen: de eerste is Loy Krathong (lichtfestival) en Yi Peng (mass lantern release - een beetje zoals het einde van de Disneyfilm Rapunzel), en de andere reden is the arrival of Meme Toren en Adriaan. Als dat geen vonken zal geven!

Meme Toren (oftewel mijn moeder) is enkele dagen eerder met haar petekind Adriaan in Bangkok geland, laat ons subtiel zeggen dat er tussen die twee een leeftijdsverschil is van bijna mijn leeftijd, dus dat is in alle betekenissen volledig rock en roll!

Ze zijn wonderwel helemaal gejetlagd uit het wespennest Bangkok Airport geraakt (met SIM kaart - zodat we ze nog kunnen traceren), hebben in enkele dagen Bangkok een Thais toneelspektakel gezien, het koninklijk paleis, de Wat Pho en vele andere tempels bezocht, zijn verdwaald in de Chatucha-markt, hebben met een boot in de khlongs het oude Thonburi bezocht en de beruchte Khao San Road onveilig gemaakt. Een vliegende start! (Zei daar iemand iets over rock en roll?)

We zijn een dagje eerder in Chiang Mai. We verkennen de stad en de Warorot markt en botsen op een Belgisch cafeetje waar we (hou je vast): bitterballen, vol-au-vent, sossies met puree en stoverij eten! Ik zou willen zeggen dat de Belgische keuken na al die tijd deugd doet, maar er overvalt me eerder de schrik dat dit het voedsel is dat we binnenkort in België weer iedere dag zullen eten. OK, de rijst en noedels kunnen al eens vervelen, maar het blijft heerlijk lichte keuken en je raakt er wonderwel gemakkelijk aan gewend. Het lokale eethuisje Mama‘s Thai Food om de hoek aan ons hotelletje is heerlijk Thais eten, en kost een euro per persoon.

De volgende dag is het zover: we wachten Meme Toren en Adriaan als verassing op aan het busstation van Chiang Mai. Prachtig weerzien!

De eerste avond wandelen we in de oude stad en eten in een heerlijk klein Thais restaurantje. We praten wat bij terwijl we ze introduceren in de wondere wereld van “het kaarten”. We slapen in Hetai Boutique, op zich een mooi hotel en een van de weinige vrije plaatsen die we nog vonden tijdens het lichtfestival. Het ligt eigenlijk net buiten de oude stad, maar wel aan de kant van de leuke buurt rond de Tha Phae Gate.

Omdat Meme Toren en Adriaan met hetzelfde enthousiasme starten als wij in het begin, gaat de activiteitenmeter voor gezin Guns in het rood. De eerste dag starten we met een tempelwandeling, onder leiding van Senne. We bezoeken de 3 belangrijkste tempels van Chiang Mai: de Wat Phra Sing, de Wat Chedi Lang en de mooie houten Wat Phantao. Als afsluiter hadden we ook nog het Chiang Mai City Arts & Cultural Center museum op de planning, maar dat zag ons komen en sloot wijselijk de deuren. De tempels hebben prachtige muurschilderingen. En Meme Toren laat zich zegenen door de monnik - of sloeg hij nu toch gewoon op haar hoofd? Tegen de avond kunnen de kindjes moegewandeld (en gezegend) makkelijk in bed en drinken we nog een biertje in ons hotel.

De volgende dag bezoeken de bekende tempel Wat Phrathat bovenop de berg Doi Suthep. We klimmen de 306 trappen naar omhoog en arriveren in een sierlijk tempelcomplex met een grote, goudkleurige chedi in het midden. De berg is meer dan 1000 meter hoog, dus je hebt aan de tempel ook een fantastisch uitzocht over Chiang Mai en de omgeving.

We zien van hier ook het vliegveld en je ziet de vliegtuigen onder je opstijgen, dat is een vreemd perspectief. De tempel is heel bekend en ook behoorlijk druk. Je kan waarschijnlijk de massa vermijden als je bij zonsopgang gaat, of blijft tot zonsondergang. Maar vanavond is het Loy Krathong, het lichtfestival, dus we keren terug naar de stad. De voorbije dagen was de voorbereiding in volle gang en werd de stad versierd met lichtjes.

We bekijken de kleine parade (voorsmaakje voor morgen) vanaf de Tha Phae Gate en gaan dan naar de oevers van de Nawarat Bridge waar we de drijvende mandjes gemaakt van bananenblaren en versierd met bloemen en een lichtje zien drijven in de rivier. Sommigen laten ook een wensballon op. Er is een maansverduistering bezig deze avond. We eten op de Night Bazaar, een gezellig plein waar je echt alles kan eten wat je wil en met een coverband die fonetische scheve versies brengt van internationale liedjes. We beginnen bijna de muzikantenmaten thuis te missen met zoveel muzikale fratsen..

De volgende dag doen we elk ons ding: Meme Toren en Adriaan doen elk een ommetje in de stad en wij nemen de taxi naar Grand Canyon Waterpark. Overal liggen flyers van dit opblaasbaar Waterpark, dus er was geen ontkomen aan. De kinderen zijn super enthousiast. Maar het is ook echt de max :) Je doet een parcours over een opgeblazen pad met allerlei opgeblazen obstakels. Het is echt de hele tijd slapstick. We amuseren ons met GIFkes maken maar eigenlijk hebben we het meeste niet op film, de gsm zit in ons kluisje en ondertussen schuift iedereen vrolijk onderuit. Als je in het water belandt (de hele tijd dus) trek je je op aan een soort laddertje en touwen om weer op het parcours te geraken: de volgende dag zijn we alle 4 helemaal stijf :) Wanneer we eindigen met een Zipline over het park is het al bijna avond. We gingen een uurtje of 3 gaan maar hebben hier uiteindelijk de hele dag gezeten. Pure fun.

‘s Avonds gaan we nog eens kijken naar Loy Krathong, deze keer is het de grote parade: een 3 uur durende stoet met versierde wagens, dansers, misses, ladyboys, karate-kids… Alle scholen, districten en ambassades van de verschillende landen maken hun eigen paradewagen - en dingen mee naar de prijs van de mooiste wagen. China ambieert een laatste plaats met een vreemde wagen met een ‘Pokemon op de maan’-setting. En Robin is heel blij dat ze eens een groepje hoogblonde Amerikanen ziet passeren. Na een tijdje hebben we teveel honger en gaan we ergens binnen zitten om te eten, en ondertussen missen we smoothly de mass release van de lantaarns :) oops, vergeten. We zien de laatkomers wel nog in de lucht vliegen, dat is goed genoeg. We kijken nog wel eens naar Rapunzel :)

De volgende dag gaan we op olifantenjacht. Adriaan vond een ethisch park Chang Chill waar je olifanten kan zien die los in het park lopen. Je kan er niet op rijden, ze niet wassen, kortom de olifant heeft het hier naar zijn zin. Dat is redelijk uitzonderlijk want de streek is bezaaid met olifantenparken die wel al deze dingen toelaten met de olifanten. Elke olifant (er lopen er hier 4) heeft een verleden in de Logging industrie (zware balken hout uit de jungle trekken), en werd nadien tewerkgesteld in de toerismesector (onozele toeristen op hun rug vervoeren). Nu ze hier zijn is dit achter de rug en slijten ze hun dagen in het park. The Elephant Nature Park zou ook nog een heel verantwoord park zijn, opgericht door een Franse dame (er zou een documentaire van bestaan) en in het park vangt ze oude, zieke olifanten op.

We spotten na een tijdje een eerste olifant Mae Mayura, die wat staat te eten. Dat is hun hoofdbezigheid gedurende 16 uur per dag. Ongelooflijk dat dit hun way of life is terwijl ze er allemaal tot 30 jaar dwangarbeid in de logging industrie op zitten hebben, urenlang sjouwen door de jungle met zware boomstammen. We kunnen er heel dicht bij komen, dat is tegelijkertijd indrukwekkend en ook wat angstaanjagend…

Na een tijdje zien we de tweede olifant Mae Mun, de oudste van het gezelschap. Het wordt bijna poëtisch als ik Meme Toren zie staan met achter haar de grootmoeder... Ze zijn bijna even oud en bij het bordje over de olifant staat: Mae Mum (betekenis: strong mother) lives up to her name and is a strong, determined elephant that often spend time alone , but occasionally shows interest in other elephants :)

Na de middag bereiden we nog een stevig vier-uurtje voor de olifanten. We stampen wat lekkers in een vijzel en rollen er lekkere balletjes van. De kinderen doen niet liever dan ‘balletjes rollen’ en we moeten ze bijna tegenhouden om nadien hun vingers af te likken. Bij elke olifant loopt een Mahout, een begeleider zeg maar, die krijgen een olifant toegewezen en ze blijven hun hele leven met elkaar verbonden. Ze zitten de hele tijd in de buurt van de olifant en kijken terwijl ze grazen, rondwandelen,.. (op een dag vind je de job van je leven zeker?). Ze spreken zelfs olifanten-taal, wat zeer bijzonder is om te zien. We leren veel bij over de olifant, Robin schrijft alle info netjes op in haar boekje, lees zelf maar.

De volgende dag vertrekken we ‘s ochtends voor een Thaise kookles bij Best Thai Cooking Course. Wanneer ze ons komen oppikken maken we ons op ‘t gemakske klaar (zoals altijd) en wanneer we in de minivan stappen blijkt dat daar al enkele koppels in zitten te wachten. Oops. We vergeten dat we ondertussen in drukker Thailand zijn aangekomen. In Indonesië en Vietnam waren we vaak ‘alleen’ (en het was daar ook laagseizoen) en in Laos tja, seizoen doeternietoe, waren we ook alleen. Thailand is meer bereisd, en ondertussen begint hier stilaan ook het hoogseizoen, dus het is wat wennen aan vanalles: de prijzen zijn duurder, sommige guesthouses die we vinden zijn volboekt, brommers zijn verhuurd en een kookles doen we niet meer alleen :)

De eerste stop met de minivan is letterlijk 20 meter van ons deur: the market! We krijgen wat leuke info over de ingrediënten waarmee we zullen koken en kopen allemaal zakjes zaadjes van allerlei heerlijke kruiden - dat wordt dus een serre bouwen wanneer we terug in Gent zijn.

Daarna rijden we naar het platteland voor de kookles tussen mooie moestuinen op een zalige plek. We krijgen allemaal ons eigen ‘keukentje’ met gaspit en wok. We beginnen met een Tom Yum soep. Dat is een lekker kruidig soepje, eerder een bouillon, vol met redelijk ongare stukken groenten en kruiden. Adriaan vindt er maar niets aan en kiepert zijn soep in het vuilbakje omdat er teveel brokken in zitten. “Als je alleen het water moet opdrinken, dan drink ik liever een cola Zero!” Geweldige start :) Daarna koken (en eten) we nog 5 gerechten, allemaal overheerlijk. Permpoon, de chef, houdt er wel de vaart in, ’Fastest Thai Cooking Class’ had ook gekund, gelukkig krijgen we een receptenboekje mee naar huis! Verder demonstreert hij een behoorlijk uitdagende manier van koken, benieuwd hoe ons damkap daar zal op reageren als we dat thuis proberen!

Na een mooie week zijn we onze laatste avond samen. Senne en ik besluiten hierna een brommertocht te maken voor enkele dagen. De twee Thaise steden (Chiang Rai en Chiang Mai) komen stevig binnen na een maand Laos en we besluiten om nog eens de rust van ‘den buiten’ op te zoeken. Meme Toren en Adriaan reizen verder zuidwaarts, richting de stad Sukhothai en later de Bridge over the River Kwai. We spreken af elkaar over een kleine 2 weken opnieuw te ontmoeten op Koh Chang, een eiland onder Bangkok. Het was een heerlijk samenzijn en we kijken al uit naar die pina colada die we samen zullen drinken onder de palmbomen!

Tot weerziens!

Previous
Previous

De Rosa Seg Loop

Next
Next

Zwart-wit