Hoi Vietnam. Hoi An.
Na bijna 2 maanden in Indonesië is het even wennen aan een ‘nieuw land’. Niet dat we ondertussen native speakers waren geworden daar, maar we kenden wel al wat gerechten, cijfers, begroetingen, gewoontes. Dat Vietnamees is echt on-ver-staanbaar. Om te beginnen is het bijna onleesbaar, en met hun intonatie ook onspreekbaar. ‘Dankuwel’ klinkt zo een beetje als ‘come on’ in het Engels. En telkens ik het enthousiast naar iemand roep, hoor ik Sam achter mij ‘mama, hou daar nu toch gewoon mee op’ - 11 jaar, dat is al eens de leeftijd om zich te beginnen schamen in je ouders -. Bovendien valt het ook op hoe weinig mensen Engels kunnen. Toen ik de tweede dag zonder ‘petrol’ viel met mijn brommertje, was het vooral een grappige affaire om hulp te krijgen met gebarentaal. Càm o’n!
Het verkeer is hier minder hectisch, eigenlijk zelfs gewoon doenbaar. We zien terug veel fietsers (meer dan in gans Indonesië samen), dat is wel gezellig. We rijden nu wel weer rechts, dat zou vertrouwd moeten voelen, maar is toch aanpassen na al die tijd in Indonesië. Aanvankelijk vonden Sam en Robin die brommertjes wat spannend, maar ondertussen vragen ze al ‘gaan we eens ergens naartoe? Gewoon wat op de brommer?’. Niet dat het altijd van een leien dakje gaat: de eerste rit naar de winkel is met noodstop voor Sam, die vakkundig overgeeft op mijn rechterbeen. Daar hebben mijn driver-skills echter niets mee te maken, als wel de vochtige hitte. Gevoelstemperatuur 37 graden, vochtigheid 77 %, alsjeblieft.
We starten in Hoi An, midden Vietnam, met de bedoeling om de komende maand verder naar het Noorden te reizen. Wat mij betreft is het een schot in de roos. De oude stad van Hoi An hangt zonder overdrijven vol met lampionnetjes en sfeerverlichting. My cup of tea! We arriveren op, je raadt het nooit, Independence Day! En zo hebben we mooi in de 3 landen waar we zijn geweest de nationale hoogmis gehad. Uiteraard weten we dat nog niet bij het arriveren en we besluiten een ommetje te maken als verkenning. Oh boy, het lijkt wel Gentse Feesten. De sfeervolle straten lopen bomvol. Voor we het weten worden we in een bootje geduwd, met papieren kaarsjes om te water te laten voor good luck for the family. Ik heb net verse Vietnamese dong in mijn portemonnee zitten, ik betaal enkele briefjes, en probeer later eens uit te rekenen wat ik precies betaald heb. Een beetje overrompeld varen we over de rivier en laten de indrukken binnen komen. Onze kaarsjes gaan het water in. Good luck voor ons!
We hebben een prachtige Homestay, de Nipa Villa. We werden getipt door Jana en David, een ander Gents koppel dat toevallig hetzelfde doet als ons, 6 maanden rondtrekken met hun 2 zoontjes. Ze vertrokken 2 dagen na ons in Gent. We zijn elkaar nog niet tegengekomen, maar we sturen af en toe een berichtje met wat info over grensovergangen en andere tips. De Homestay is er eentje voor plantrekkers. Vaak is er gewoon niemand, kuisen doen ze niet vaak, maar ondertussen haal ik zelf verse lakens en handdoeken uit de kast, en doe ik een waske in hun wasmachine. Als er iemand zou overwegen om te komen: de 302 naast ons is vrij, ik voorzie de kamer van vers beddengoed! Er is een prachtige donkerhouten trap, lampionnetjes, een zwembad voor de kindjes en een balkon dat uitkijkt over de rivier met palmen.
Ik las een reisverslag van een familie die hier 6 maanden verbleef, waarvan de man kok was. Hij had uitgebreid onderzoek gedaan naar de beste cooking class in town. Zo, die boekten we dus ook: de Hoian Eco Coconut Tour deed vermoeden dat er meer op het programma stond dan enkel in de potten roeren. We begonnen met een bezoek aan de lokale markt waar de gids ons allerlei verschillende korianders en basilicum liet ruiken. De markt is zowat de enige plek waar men in Vietnam inkopen doet, supermarkten breken hier niet door omdat ze alles vers kopen. Vaak al om 4 uur ‘s ochtends een eerste bezoekje, en later in de voormiddag nog eentje, want een frigo hebben ze meestal ook niet. In zo’n grote lokale markt is het sowieso interessant om een gids mee te hebben, ‘t is toch nog een verschil met onze boerenmarkt.
Nadien reden we met onze brommertjes naar het platteland om te koken. De locatie lag naast een kokospalmbos, dus alvorens onze koksmuts op te zetten peddelden we een toertje in een traditionele bamboemandboot. Een volslagen knotsgekke activiteit. De boten mochten dan wel traditioneel zijn, het amusement onderweg was op maat van toeristen, maar dan wel lokale toeristen. Dus midden in dat palmbos staat een geluidsinstallatie overuren te maken en doen enkele Vietnamezen een potje Karaoke. We vangen krabbetjes en gooien wat visnetten uit.
Na het amusante tochtje is het menens en worden we in de buitenkeuken verwacht. Robin krijgt niet minder dan een Samurai zwaard in haar handen om worteltjes in julienne te hakken, hier gaan we. We beginnen met gestoomde rijstrolletjes (Bánh cûon). Dat is zowat als miniloempia’s bij frituur Amir, maar dan niet gefrituurd en zot lekker. Daarna maken we een ander typisch Vietnamees gerecht: Báhn Xèo, kleine rijstpannekoeken met 2 stukjes shrimps, 2 stukjes varkensvlees, een kwartelei, verse groenten en Vietnamese koriander. Uiteindelijk blijkt deze vreemde combinatie gewoonweg heel lekker te zijn. We zullen het hier nog vaak eten. Vervolgens leren we nog een heerlijke Phô (noedels met rundsvlees) te bereiden en we eindigen met groene bonensoep met cocosnootmelk (Chè). Voor dat laatste blijft enkel Senne enthousiast. Voor het verse rijstdeeg van de bánh cûon gebruiken we een maalsteen om de geweekte rijst in vloeibare pap te veranderen. Wanneer Senne en ik er samen aan draaien, vraag ik me af waarom Patrick Swayze en Demi Moore daar niet aan gedacht hebbben.
Karaoke is hier de vrijetijdsbesteding bij uitstek! We hebben er ons nog niet aan gewaagd, maar wel al veel plezier mee gehad. Op een avond wandelen we wat in de buurt van onze villa en horen we uit de huizen de grootste smartlappen, en als je dan binnen kijkt zit daar een enkeling met een micro. Het is meestal aandoenlijk. Maar soms ook heel grappig.
We zitten op de overgang van dry naar rain seizoen, iedereen hier zegt onheilspellend ‘winter is coming‘ en wij maar puffen bij temperaturen van eind 30 graden. Dus voorlopig valt het nog mee met die ‘winter’. Als het regent is het wel vollen bak. Je hoort in de verte iets dat lijkt op een trein… en 2 seconden later valt de regen met bakken uit de lucht, blijkt de trein een douche te zijn. Als volleerde brommercruisers zijn we daar uiteraard op voorbereid, geheel in Vietnamese style gaan we de bui tegemoet :)
Op een regenachtige dag gaan we naar de lantern making class. Het is super om zo’n lantaarn van in het begin op te bouwen, met bamboe stokjes, prachtige stoffen en vooral veel geduld :). De kindjes vinden het geweldig dat knutselen. Het is een leuke activiteit, we doen het enkele dagen later nog eens… deze keer zonder Senne - die het echt wel heel leuk vond :)
Na al dat knutselen voorziet Senne een klein bagage-probleem opkomen. Bij thuiskomst heeft hij het gehad met de rommelvalies en doet hij een triage met de bedoeling er korte metten mee te maken. Maar na deze heldhaftige actie steken we alles netjes gesorteerd in zakjes en reist het gewoon verder met ons mee :) We sturen wel een pakketje ‘souveniers’ naar huis. Maar we gaan er verkeerdelijk van uit dat enkel het gewicht telt, en niet the size van het pakket. Bon, er zat dus een gigantische drakenkop in, drakenpakken, ondertussen ook 8 geknutselde lantaarns ,… het kost ons een oor af. Onze volledige budgettering - die Senne uiteraard bijhoudt in een excelleke - is naar de vaantjes en Senne loopt er de rest van de dag slechtgehumeurd van. Maar dat wordt wel leuk kadootjes uitpakken op nieuwjaar denk ik dan :)
Wat die drakenpakken betreft die ondertussen onderweg zijn naar Belgie: we zijn hier tijdens het mid-autumn festival, een groot jaarlijks festival waarbij de stad versierd wordt met lampionnetjes en kleurrijke drakenmaskers. In de dagen voor de volle maan komen overal in de stad Lion dancers op straat. Dat zijn jonge acrobatische gasten die een choreografie doen in fantastische drakenpakken. Ze klimmen als apotheose op een hoge ladder waarna de draak ronddraait en vuur spuwt. Spectaculair, en heel mooi! Er is een gemaskerde happy face bij, die de maan voorstelt, en het hele gebeuren wordt begeleid door drumbeats. We zien er heel veel passeren, en gaan bij het horen van de trommels steeds op zoek naar het spektakel. Soms doen ze hun show midden op het kruispunt, we staan er tussen met onze brommerkes. Gelukkig hebben we ons rijbewijs hier al dik verdiend, het is alsof je op een drukke zaterdag met je brommer door de Gentse Feesten zou rijden.
Hoi An is absoluut een prachtige stad. Er is weinig te bedenken dat hier niet is. Er is de zee, de stranden zijn super mooi en verlaten. We eten bij hidden beach restaurant. Het is een toffe vrouw met enkele kinderen die vertelt hoe de zee elk jaar dichter komt en het er niet gemakkelijker op wordt om te overleven. Senne laat er zich, en passant, een nieuw hemd aanmeten. Deels gecharmeerd door haar verhaal, maar het hemd mag er ook wezen. Er is de gezelligheid van de oude stad waar we bijna elke dag rondwandelen. Met een combi ticket kan je een 5tal oude historische huizen bezoeken, elk met hun verhaal. De huizen zijn een bonte mengeling van Japanse, Vietnamese en Franse architectuur. In het ene huis staan de streepjes van de floods die ze hier bijna jaarlijks ervaren op de muur, ze komen hoger dan Sam en Robin. En als het water komt, trekken ze met een katrol hun meubels naar de eerste verdieping. We ontdekken hier Bahn Mi, oftewel Vietnamese broodjes, en elke middag gaan we trouw eten bij Phi Bahn Mi. ‘Same same?’ vraagt hij elke dag met een glimlach. We bezoeken My Son, een verzameling ruines van Hindu tempels van het Cham koninkrijk. Of ze de vergelijking met Angkor Wat in Cambodja doorstaan zullen we binnen enkele maanden weten te vertellen. Kortom, heerlijke tijd hier in Hoi An, en we doen natuurlijk ook home schooling - het is tenslotte september. We houden ons aan de rolverdeling ‘meester Senne voor rekenen en juf Griet voor taal’, sedert ik aan Robin in een rekenles uitlegde dat een ‘gebroken lijn’ een lijn in 2 stukken was, ahja.
Na 10 dagen genieten besluiten we verder noordwaarts te trekken. Het is zeker een plek waar je lang zou kunnen blijven, zoals de andere (Australische) gaste hier. We polsen eens hoe ze erin geslaagd is haar visum te verlengen - ze is hier tenslotte al 3 maanden - maar dat is ze niet… Ze vermoedt dat haar een fikse boete staat te wachten wanneer ze uiteindelijk zal terugkeren :) Dat ‘illegal travelling’ is ons een brug te ver, dus wat ons betreft zit het erop. We sluiten af in stijl en beslissen om met brommertjes naar de volgende stad Hue, 130 kilometer verder, te rijden. Die rit gaat over de over Hai Van pass. Deze bergpas is uitgeroepen door Top Gear als een van de mooiste routes op deze planeet. We doen er een ganse dag over, met hier en daar wat zwemmen in de zee. De uitzichten bovenop de pass zijn echt de moeite, maar ook Robin in haar sunproof-outfit op de brommer mag er zijn. Wanneer we ‘s avonds in Hue aankomen hebben ze onze bagage al hierheen gebracht en zijn we klaar voor een nieuw avontuur in een nieuwe stad.
Liefs,
Griet