Opa Bangkok
In vogelvlucht ligt Ko Chang slechts 48 km van Cambodja. ‘t Is kwestie van de ferry te nemen naar het vasteland en daar nog een half uurtje naar de grens te rijden. Er zijn echter een aantal goeie redenen waarom we voor de langere omweg via Bangkok gaan. We moeten in Cambodja sowieso richting ‘t noorden (naar Siem Reap en de tempels van Angkor!), de route Bangkok-Siem Reap heeft een vlottere verbinding en de grensovergang in Poipet is gekender (minder kans op scams - althans, dat hopen we toch). Maar bovenal geeft zo’n ommetje ons de gelegenheid om na Meme Toren de tweede (groot)ouder in Zuid-Oost-Azië op te zoeken! Net zoals alle bekende rocksterren en de paus is opa immers aan zijn zaken-afscheidstourné in het oosten bezig. Hij volgt een beetje onze route, maar dan met lunches, diners en meetings in plaats van jungles, vulkanen en viewpoints. Na omzwervingen in Jakarta, Kuala Lumpur en Ho Chi Minh eindigt hij 2 dagen in Bangkok, dus dat toeval kunnen we niet zomaar laten passeren. Zet de Changs maar al koud!
Voor de verplaatsing Ko Chang-Bangkok gaan we deze keer full option en boeken samen met Adriaan en Meme Toren een private minivan die ons van bij The Beach Cafe in Ko Chang via de ferry keurig afzet voor de deur van ons hotel in Bangkok. ‘t Kost net iets meer (al valt dat gedeeld door 6 behoorlijk mee) en ‘t is vooral een pak minder gedoe met aansluitingen, tickets kopen, onderhandelen etc… Op een uurtje of zes staan we van deur tot deur, nemen we afscheid van Meme Toren en Adriaan en komen net tegelijkertijd met m’n vader toe in de Ramada Plaza in Bangkok. We mogen mee in het chique hotel overnachten, dus Sam en Robin zijn in de wolken. “Eindelijk nog eens zoiets als Stripes in Kuala Lumpur!” ‘t Is een zalig weerzien en de kinderen springen onmiddellijk met opa in ‘t zwembad. We drinken een aperitiefje en wandelen naar de Asiatique, een soort local streetfood/shopping-center-ding dat vooral opvalt door het gigantisch reuzenrad. Griet en ik vinden het helemaal ok dat opa de taak op zich neemt om Sam en Robin Bangkok eens van boven te laten zien :) Robin wil daarna nog per se een ritje wagen in het spookhuis, dus vooraleer Griet het goed en wel beseft zit ze mee in een karretje. Robin houdt zich stoer en sterk, Griet schreeuwt de boel bij mekaar als de man aan de uitgang z’n hand op haar schouder legt om te laten weten dat ze mag uitstappen. We lopen hier al zes maand rond, maar ‘t blijft toch schrikken, zo’n Zuid-Oost-Aziaat.
Opa en ik springen vervolgens in een taxi om ergens in ‘n sportbar de Rode Duivels aan te moedigen tijdens hun laatste groepsmatch tegen Kroatië. De meisjes beslissen om samen in het grote bed in het hotel te kijken, de match duurt ten slotte tot middernacht. De Grab zet ons af bij Shenanigans, een of andere Ierse pub waar in afwachting van de match een niet geheel onverdienstelijke covergroep nog maar eens Guns ‘n Roses en Coldplay door de mangel draait, terwijl wij met een Vedett IPA bijpraten over leven, reizen, werk en de opstelling van Martinez. Zonde dat ze deze twee Gunsen nooit een duobaan als bondscoach hebben voorgesteld, we zaten nog altijd in ‘t toernooi, zoveel is zeker.
Omdat opa voor z’n werk in ‘n rotvaart via taxi’s van hotel naar restaurant wordt gevoerd, beslissen we hem de volgende dag even onder te dompelen in een andere reismodus. Van aan ons hotel nemen we achtereenvolgens de rivierboot, de skytrain, de metro, de voet en nogmaals de boot om uiteindelijk uit te komen bij de fiets. We keren terug naar de plaats waar we de reis begonnen zijn: een fietstochtje en vooral een zalige modderspeeltuin in Bang Krachao, een groene long aan de andere kant van de rivier in Bangkok. Onderweg naar daar bestellen Sam en Robin de kaartjes, bedienen de metro-poortjes en vinden het heerlijk om te tonen wat ze allemaal al kunnen. Aangekomen op Bang Krachao huren we net zoals de vorige keer fietsen en gidsen we opa als echte, ehm, Bangkokianen door het junglepark. ‘t Is een soort moeras/mangrove-gebied waar de fietsroute net zoals de huizen op palen staan en het af en toe voorzichtig manoeuvreren is op de smalle paadjes. Vlak voor het einde van de rit ontvouwt zich bijna een drama wanneer opa mijmerend over zijn pensioen in Thailand plots moet uitwijken voor een onverzettelijke stevige Thaise dame en hij pardoes een geparkeerde brommer in de gracht knalt. De schenen geschaafd, de brommer geblutst, het ego een klein beetje gedeukt, maar voor de rest gelukkig zonder al te veel erg. Zes maand zonder accidenten, we blijven ervoor gaan, met of zonder grootouders!
We eten iets bij de modderspeeltuin, Sam en Robin leven zich uit op de glijbanen en in de modderbaden, terwijl wij wat lezen, een cappuccino drinken en opa foto’s neemt voor z’n volgende tentoonstelling. Terug in ons hotel rusten we even uit op de kamer en beslissen om ‘s avonds de taxi te nemen en iets te eten in China Town, volgens Thailand-expert Meme Toren niet te missen. ‘t Is er superdruk, maar ook mega gezellig. We bestellen dumplings en miniloempia’s bij een van de talrijke eetstalletjes en kopen een nieuwe lachende Boeddha (nadat onze vorige vanuit Vietnam na een mislukte levering in België werd teruggestuurd en waarschijnlijk voor altijd op het postkantoor in Hanoi zal blijven liggen, samen met 5 lampionnen, een broek en een hemd. Tenzij iemand daar binnenkort in de buurt moet zijn en het even wil ophalen? :) Als hoofdgerecht gaan we - niet voor het eerst deze reis, maar wel voor het eerst voor opa - voor streetfood-BBQ, simpel, lekker en wreed plezant. Omdat alle taxi’s volzet zijn, keren we terug naar ons hotel met het enige vervoersmiddel dat we vandaag nog niet geprobeerd hebben: de tuktuk! Met 5-in-1, ‘t zal wel zijn, allemaal dubbelgevouwen (in ‘t geval van opa en z’n 2 meter zelfs tweedubbelgevouwen), vliegend door de bochten in Bangkok by night, op een toevallig kruispunt van een vader en een zoon op reis, ergens in Azië. Morgenvroeg vertrekken we naar Cambodja, morgenavond vliegt opa naar België. Perfect intermezzo.