Ko Lanterfanten

We naderen het einde van onze reis en zullen afsluiten op enkele eilanden in het Zuiden. ‘Ko ko ko’ zou de kerstman hier zeggen. We nemen de Ferry naar het eerste eiland: Ko Lanta, net onder Krabi.

De verplaatsing hiernaartoe doen we grotendeels met de minivan. Zowat het verplaatsingmiddel bij uitstek hier in Thailand. Kaartjes kopen we steeds aan een busstation, maar laat ons zeggen dat het er toch iets anders aan toegaat dan in pakweg Gent-Sint-Pieters. Een busstation bestaat uit een rijtje loketten waar telkens iemand met zijn/haar halve lichaam door een ‘venstertje’ hangt en vervolgens gelijk een bezetene vreemde klanken begint te schreeuwen. Zo is het natuurlijk moeilijk om rustig je opties te bekijken…eigenlijk moet je gewoon op voorhand wat opzoeken hoeveel zo’n ticketje kost en dan marchanderen om ongeveer die prijs te bekomen. Het is heerlijk om te fantaseren over hoe doodgewone dingen hier zouden overkomen in België: je zou op een ochtend Gent-Sint-Pieters binnen wandelen en iedereen zou in het loket naar jou beginnen schreeuwen: “Gent? Brussel? Sir? Antwerpen?” Heerlijk! Je koopt vervolgens wat currysoep die ze voor jou in een plastieken zakje gieten om mee te nemen op de trein. Die rijdt natuurlijk met de deuren open door naar Brussel. Of wat zouden ze op de Boomhut denken als wij maandag, met 4 op een brommer, onze kinderen zouden afzetten?

Oh, we zijn zo gewend aan deze flow. Ik ga het eerlijk waar heel erg missen. Ik denk dat we maar half beseffen hoe ‘gewoon’ alles hier is geworden voor ons. Volgeladen brommers, met teveel mensen in een minivan, kippen op je hoofd, krabsate’s eten onderweg, brommers die door volle markten rijden,…

Ko Lanta is een heel rustig eiland. Na onze jungle-uitstap doet dat wel deugd. We vullen de dagen met zwemmen in een warme kalme zee, massage voor de kindjes (Senne en ik zijn geen grote fans, maar Robin wordt wild als ze een massagesalon ziet). ‘s Avonds worden we getrakteerd op vuurshows op het strand. Het is wat commerciëler dan op Ko Chang, en je voelt de feestdagen (met bijhorende toeristen) dichterbij komen, maar er is eigenlijk al bij al weinig volk dus we laten het ons welgevallen. Ko Lanta blijkt een Zweedse enclave te zijn, zo goed als alle andere hotelbezoekers hier in Klongdao Sunset Villa prøberen nog een kleurtje eüp te døen veûr de skerstdagen. Onskuld! Het doet me eraan denken dat het al lang geleden is dat Senne en ik nog een Scandinavische crimi-serie bekeken hebben op Netflix. Daar hebben we hier hoegenaamd geen tijd voor gehad.

We bezoeken Ko Lanta Old Town, met brommertjes natuurlijk. Het is een klein dorpje, met mooie houten paalwoningen, ooit gesticht door Chinese handelaars, en het heeft wat van de vibe van de Chinese gildenhuizen in Hoi An in Vietnam. Overal vliegen zee-arenden boven ons, die zijn absoluut prachtig! Ze cirkelen traag en duiken af en toe de zee in. Dat zal ik ook missen, je deelt hier nog zoveel plaatsen met wildlife. We passeren in het stadje het mooie Hammock House (nuja, toegegeven dat ik het winkeltje in mijn Google maps had gepind). We zullen later doorreizen naar de volgende bestemming met enkele extra zaken in onze rugzak zoals… tja, een hangmat, een plastieken krokodil (die onze kindjes ‘Charlotte’ dopen nadat we thuis al ‘Sjimie’ liggen hebben). We moeten dringend een extra rugzak kopen.

Na Gili Gede en Ko Chang besluiten we nog eens te snorkelen. We zien een mooi houten bootje op de flyer staan en boeken een tochtje bij ‘My longtail is your experience’ :)

Eerste bestemming: Ko Chuek, een eilandje op een uurtje varen van Ko Lanta. Er is ondertussen een storm bezig aan de andere kant van Zuid-Thailand (aan Ko Tao zonk zelfs een oorlogsschip) en de uitloper ervan voelen we tot hier. De zee is echt ruig. De boot gaat wild op en neer, en ons vertrouwen in de piraten-bemanning is niet erg groot. Ze gaan er full speed door en we krijgen zelf motorpanne midden op zee. Terwijl ik mijn ogen strak op de horizon gericht houd (zodat ik niet overboord moet hangen om over te geven, zoals de vrouw naast ons) bedenk ik dat hier het spreekwoord ‘een speelbal van de golven ‘ vandaan komt. Wanneer ik het aan Senne vertel blijkt hij met gelijkaardige gedachten te zitten: ‘if you pay peanuts, you get monkeys’ ... Tja, hun longtail is absoluut een niet te vergeten experience... dat hebben ze niet gelogen.

Het snorkelen is wel prachtig. De koraalriffen zijn betoverend van kleur en we zien een prachtige onderwater-wereld. Daarna varen we verder naar de Emerald Cave aan Ko Muk. We worden met een reddingsvestje uit de boot gegooid en moeten vervolgens met de groep een 80 meter lange donkere grot onderdoor zwemmen. Gelukkig kunnen onze kindjes supergoed zwemmen want natuurlijk heeft geen van die longtailsjarels gevraagd of onze kleintjes dat aankunnen.. we spartelen met z’n allen de grot door en middenin is het echt helemaal donker. Vooraan zwemt er ene met een lamp op zijn hoofd waar we af en toe wat lichtstralen van zien passeren. Jongens toch, wat een avontuur!

We komen uit aan een verborgen strand, waar piraten vroeger hun buit kwamen verstoppen. Het is wel erg de moeite! We kunnen er mooie foto’s nemen (met achter ons de grot vanwaar we komen) maar de eerlijkheid gebiedt ons te zeggen dat er ook veel toeristen worden afgezet waardoor het verborgen eiland toch wel wat van zijn charme verliest. Na de fotoshoot spartelen we weer allemaal de grot door naar onze boot aan de andere kant.

De laatste stop is Ko Ngai. Dat is werkelijk een idyllisch eilandje met parelwit strand en heldere, turquoise zee. We krijgen er gelukkig genoeg tijd om wat te bekomen van het varen, schelpjes te rapen en oh ja, ook Senne zijn zonnebril achter te laten op het strand. Iemand die daar binnenkort nog eens moet zijn?

We doen nog een stevige boottocht naar huis en zijn blij dat we ‘s avonds op ons gemak terug op ons vertrouwd strand zijn. Wanneer we op zoek gaan naar onze volgende eiland-bestemming voegen we ‘visjes nabij het strand’ toe aan de zoekcriteria.

Uiteindelijk blijven we 6 mooie dagen op dit eiland, en afgezien van het avontuurlijke snorkeltripje vullen we de dagen met wandelen of joggen langs de zee, terwijl de kindjes heerlijk spelen op het strand en in hun stapelbed. En hoewel het hier kalm is, sluipt er toch wat onrust binnen. We beseffen dat we aan het einde van onze reis komen, dus je laat je hoofd toe om al eens te denken aan thuis, vrienden, werk,… maar tegelijkertijd is het ook zo dat er nog 2 weken mooie reis voor ons ligt, dus je wil niet alles beginnen ‘afronden’ in je hoofd. Nog 2 mooie eilanden te gaan, nog eens afspreken met David en Jana, nog een bezoekje van Katlijn en Ollie, Bangkok,… Kortom er staat nog wat op het programma dus we beslissen om niet meer te tellen hoeveel dagen we nog hebben maar gewoon volop in het moment verder te reizen, zoals we al die voorbije maanden al doen. Want dat doen we goed.

Liefs,

Griet

Previous
Previous

Ko Kzeggetnie

Next
Next

Jungle Camp