Slowboat
Een maand Laos zit erop. Het was voor ons volkomen onbekend terrein (maar goed, dat gaat op voor elk land waar we hier geweest zijn, we zijn immers amateur-wereldreizigers), maar het is ook een van de minder bereisde landen hier in Zuid Oost Azie. Het is een fascinerend land vol tegenstrijdigheden. De bevolking is super relaxed, terwijl de economie op zijn grondvesten davert. Wat ze gaan doen als er een grote crisis uitbreekt? ‘We catch one more chicken and eat it.’ Het is een van de armste landen in Zuid-Oost-Azië en toch zie je veel gelukkige gezichten. In een afgelegen bergdorpje vroegen we eens: ‘wat zijn jullie dromen of ambities?’ maar de vraag werd gewoon niet begrepen. Natuurlijk gingen de jongeren in de rijstvelden werken, net zoals hun ouders en iedereen in het dorp. Het bracht Senne en ik helemaal in verwarring met onze westerse way of life in ons land vol possibilities. Hoewel, onze gids had wel een droom: ‘hij wou ooit eens de zee zien’.
Er zijn in Laos hooguit 4 of 5 steden in gans het land, de rest van het land is jungle, bamboo en bergen, het merendeel onbewoonbaar. Daar leven voornamelijk geïsoleerde gemeenschappen die aan landbouw doen. In de jaren dat er niets misgaat is Laos zelfvoorzienend wat betreft hun rijstproductie. Dat is op zich al een knappe prestatie te weten dat hun economie vooral bestaat uit foreign aid. Maar goed, het blijkt voor de Laotianen ook niet evident om hun landbouwgronden uit te breiden omdat hun land bezaaid ligt met miljoenen onopgeruimde oorlogsrommel van de VS. Iemand die nog initiatief neemt om hier iets aan te doen?
Op zich is Laos geen arm land, er zitten bijvoorbeeld veel mineralen in de bodem (koper, tin, ijzer, graniet,..), maar als je daar dan over leest blijkt dat er een gebrek is aan ‘georganiseerde arbeid’ om aan de systematische ontginning te beginnen :) het lijkt alsof they couldn’t care less. Wie gaat trouwens die rotsschilderingen nog eens gaan ontdekken?
Wat ze wel hebben is elektriciteit, en dat hebben de Chinezen goed begrepen. Naast het aanleggen van de China-Laos Railway bouwen de Chinezen massaal veel dammen in Laos. We zagen ondergelopen dorpen en daarnaast een proper nieuw stuwmeer. De toekomstige projecten die in de steigers staan zijn enorm. De Mekong, toch de levensader van Laos, wordt overal onderbroken voor dammen. Dat zal toch een ongelooflijke impact hebben op de way of life voor de Laotianen. Nu al merkten we dat sommige dorpen niet meer bereikbaar waren per boot en de reisduur opeens enkele uren langer werd.
Laos voelt als een lang opgestoken middelvinger naar heel veel vooruitgang, maar met de vriendelijke glimlach erbij. Een ongeëvenaard je m’en foutisme. Hoe het is om in te wonen, kan ik natuurlijk niet inschatten na dit korte bezoek, maar om te reizen heb ik er vreed van genoten. De slecht onderhouden wegen neem ik er met plezier bij. Al lees ik wel dat de levensverwachting hier ver beneden het gemiddelde ligt, en de geboortecijfers hoog (je bent hier best geen meisje denk ik).
Wie er de wereldkaart bijhaalt zal zien dat we enkel in Noord Laos gereisd hebben, er is nog een lang dun staartje aan Laos naar het zuiden toe, netjes tussen Vietnam en Cambodja. Dat hebben we niet bezocht, deels omdat het malariagebied is, maar ook omdat we, en dit kan mogelijks verkeerd klinken, niet genoeg tijd hebben. Een half jaar reizen is veel, maar je moet keuzes maken. Wij hebben al vrij snel beslist dat we eerder wat slow willen travellen. En daarbij past perfect ons volgend vervoersmiddel: de slowboat!
De slowboat, dat is nu eens mijn manier van reizen, zie. Geen gehaaste taxi drivers, geen piloten hoog in de lucht, .. al wat je nodig hebt is wat tijd. De boot glijdt urenlang door het water. Het ziet er rustig uit maar de Mekong zit vol kleine draaikolken of rapids, vooral op plaatsen waar stenen boven het water uitsteken. Onze kapitein navigeert alsof hij nooit iets anders heeft gedaan (wat waarschijnlijk ook zo is). Soms zien we eens een fast-boat voorbij racen. Dat is ook een optie om deze route te volgen. Het is een smalle long tail kano, en de driver zit achteraan met een motorhelm op. Anyone? Doe ons maar wat trager… het landschap is heel de tijd hetzelfde, en toch altijd anders.
De eerste dag gaan we gewapend aan boord: Senne heeft ‘de Grote Slowboat Spellen Competitie’ opgesteld. Dat is een compilatie van al onze gezelschapsspellekes (Rummikub, Catan, Qwixx, Nova Luna, ..) aangevuld met al de kaartspelen die we onze kinderen ondertussen geleerd hebben - en die ze spelen als volleerde oude-van-dagen (Manillen, Yussef, Wippen, Shitface, Presidenten,...). Daarnaast mogen de kindjes Mrs Doubtfire kijken - Robin Williams is een groot succes. De boot is ingericht met oude autostoelen die los staan, dus naargelang wat je van plan bent (slapen, spelen, eten, buiten kijken,..) kan je het interieur aanpassen. De oranje gordijntjes wapperen in de wind en laten het mooie zonnetje binnen. Ok, voor het te romantisch wordt, ik geef toe: de motor maakt de hele tijd een (redelijk) brommend geluid.
De reis verloopt in 2 etappes: eerst vaar je een volledige dag tot in Pakbeng. Daarna neem je de boot verder naar Houay Xai, ook een volledige dag varen. Of in omgekeerde volgorde. De meeste mensen doen dat in 1 keer, dus ze komen rond 18u aan in Pakbeng, slapen daar in de dichtstbijzijnde hostel en vertrekken de volgende ochtend om 8u terug voor etappe 2. Wij nemen de slow in slowboot zeer ernstig en besluiten twee nachten in Pakbeng te blijven om er de sfeer op te snuiven.
Pakbeng is een vreemde stad, nuja niet groter dan een dorp. Wij zien het gedurende de dag en ik weet niet goed wat ik ervan moet denken. De stad beweegt eigenlijk maar 2 keer: ‘s ochtends als de toeristen instappen en ‘s avonds als een nieuwe lading toekomt. Daartussen gebeurt eigenlijk niet veel. We wandelen naar een tempel waar een feest is, en daar zien we een vrolijk dorpsgebeuren. Vrouwen in hun mooiste kleren, kinderen spelen, families eten samen. De rest van het dorp sleutelt wat aan brommers, zit op de stoep,.. Onze guesthouse is de hele tijd onbemand: na het ontbijt vertrekt de eigenaar om ergens in een garage te gaan drinken met zijn maten en als we er in de namiddag passeren zit hij er nog.
We doen ook een viewpoint (hoe kan het ook anders), en bekijken het kleine dorpje aan de Mekong van vanboven (het is van onderen mooi maar vanboven ook). Onderweg volgen enkele sjofele kinderen ons. Ze lachen en zijn nieuwsgierig. Mijn moeder Theresa gehalte komt boven en ik geef ze goedlachs een high five, waarna ze direct vragen: ‘money?’. Het zijn blijkbaar een heleboel zwerfkinderen. Er hangen in het dorpje ook affiches tegen child traffic. En we lezen dat er naast de zelfgestookte Laolao whisky ook wel wat opium wordt gebruikt… Maar dan wordt het 6 uur ‘s avonds, komt er een nieuwe lading reizigers en is het weer een levendig dorp. Niets aan de hand. Pakbeng roept behoorlijk wat schizofrene gevoelens op.
De volgende dag schepen ook wij in voor het tweede deel van de slowboot. We hebben voor deze reis ook beslist om geen ticketjes te boeken bij een touroperator, dus we gaan ‘s ochtends in de boot zitten en kopen onze ticketjes gewoon aan boord. Er is gelukkig weinig volk, dus dat verloopt allemaal goed. In de omgekeerde richting (Thailand - Laos) zien we dat de boot veel voller zit. Dus toch even zeggen dat we niet verantwoordelijk zijn voor wie dit reisverslag ooit zou gebruiken (in de omgekeerde richting).
We halen de spelletjes competitie weer boven, en de kinderen kijken een tweede keer naar Mrs. Doubtfire (het was tenslotte al een dag geleden) terwijl de boot urenlang glijdt door het uitgestrekt landschap. Kilometers Mekong zonder bewoning.
Het landschap verandert pas tegen de avond wanneer we de grens met Thailand naderen. Op een gegeven moment varen we op de grens: links Thailand rechts Laos. De linkerkant heeft een propere kade gebouwd, de Laos-kant houdt het bij een natuurlijke oever. Helemaal op het eind varen we onder de Friendship Bridge. Dat is de brug die de grens vormt tussen de 2 landen en die we zullen oversteken, ... morgen, we blijven het slow doen. We gaan eerst nog eens op verkenning in dit slaperige grensdorpje Houay Xay. We boeken een nacht in guesthouse Oudomphone en voegen hem toe bij ons lijstje van shabby guesthouses with a view. De kinderen zijn door het dolle heen met het luipaardmotief-deken op hun bedjes.
We eten ‘s avonds in het totaal verlaten Daauw village restaurant, een mooi initiatief dat mensen uit de bergdorpen aan werk helpt. Ze maken pizza’s in hun zelfgemaakte houtoven en we hoeven er slechts een uur op te wachten. Robin ligt nog voor de pizza er is bijna in dromenland en we volgen al snel haar voorbeeld.
De volgende ochtend maken we ons klaar voor de meest chille border crossing van gans de reis: we steken met een bus de Thai-Lao Friendship Bridge over naar Thailand. Maar eerst laten we aan een loket in de Laos kant ons paspoort afstempelen. Exit Laos. Oh, wacht, we moeten nog Thais geld afhalen. Senne keert (met een al afgestempeld paspoort) - gewoon even illegaal terug naar Laos naar de ATM :) Geen probleem! De bus die de Friendship Bridge oversteekt doet halverwege nog een grappig manoeuver: hij gaat van het rechter- naar het linkerrijvak, want hier in Thailand rijden ze weer links :)
Thailand, here we come! We komen aan in het land waar we onze reis gestart zijn. Het ziet ernaar uit dat we tot nu toe redelijk geslaagd zijn in ons vaag reisplan, maar het betekent ook dat het einde van de reis nadert. We beslissen om daar nog niet teveel over na te denken en rustig voort te travellen..
Liefs,
Griet