Laos

Na Indonesie, Maleisie en Vietnam is het tijd om het minder bekende Laos te verkennen. De eerste stad die we doen: Vang Vieng, ooit de feeststad van Laos. Bekend om zijn dronken toeristen die al tubend de rivier af dreven. Geregeld dreef er eens ene te ver af, en kwam niet meer terug, dus de regering heeft hier 10 jaar geleden al wat maatregelen getroffen om dat feestje aan banden te leggen. De bars gingen tegen de grond, en tuben kon alleen nog met een onhip reddingsvestje. Tel daar de laatste Corona jaren bij en we komen aan in een slapend stadje.

We hebben hier afgesproken met Jana en David (en hun zoontjes Lou en Jack). Ze komen ook uit Gent en hadden hetzelfde idee om 6 maanden rond te reizen in Zuid-Oost-Azie. Ze hebben 2 dagen na ons de Gentse bodem verlaten, maar onze wegen hier in Zuid-Oost-Azie hebben nog niet gekruist. En daar zullen we nu verandering in brengen. Ze zijn al enkele dagen eerder toegekomen hier in Vang Vieng, en wij hebben geboekt in hetzelfde hotel als hen. Althans, dat denken we. Nadat we ons geïnstalleerd hebben in onze kamer en de kinderen al in het zwembad zitten, blijkt dat we in het verkeerde hotel zitten, maar met een zeer gelijkaardige naam ... oops! We leggen het uit aan de receptie - in ons beste Lao - pakken alles weer in bij het Yasmin Hotel, en verhuizen een straat verder naar Yasmin Garden Resort.

Het klikt heel goed met Jana en David. We hadden elkaar slechts 1 keer ontmoet in Gent, een maand voor vertrek, nadat we viavia te horen kregen dat we gelijkaardige reisplannen hadden. Het feit dat we hier allebei in Azië rondlopen met ons gezin schept al een band, maar los daarvan zijn het ook 2 gezellige zeveraars. Ze hebben hier ook al een interessant vooronderzoek gedaan naar het café met de beste coctails, een frigo vol Belgische bieren (!) en uiteraard ook lekker eten, dus er rest ons enkel nog de taak om dat te gaan evalueren.

Wanneer we de eerste avond na het uitgebreid tafelen terug naar huis wandelen doen we een ommetje langs de nachtwinkel voor nog wat bier. Senne en ik doen eens zot en bestellen 2 grote Beerlao. Voor de inschatting van Jana en David blijken er meerdere plastiek zakjes nodig te zijn. “Maar dat is ook nog voor de volgende dagen” verdedigen ze zich nog. Wanneer we uiteindelijk omstreeks 3 uur in ons bed kruipen is de volledige voorraad erdoor, en hebben we ook de hotel-frigo moeten aanspreken. Heerlijk om nog eens een avondje door te zakken. We beseffen dat we de laatste maanden met ons gezin een bepaalde reisroutine hebben ontwikkeld; rond 22 uur gaan we meestal naar bed, en enkele hoofdstukken verder, nog properkes voor middernacht, gaat ons licht uit :)

Het voorbereidend comité heeft naast een grondig horeca onderzoek ook al een voorstel tot activiteit klaar. Het stadje heeft de dronken tubers geweerd en zet meer in op ‘family oriented activities’ maar daar hoort nog steeds het marginale buggy-riding bij. Goed, we zijn nu een 8 koppige family, dus we huren ons elk een buggy en gaan voor dit totaal onverantwoord avontuur. Met een stinkende buggy crossen we door de grindweggetjes. De kinderen krijsen van plezier, zeker als ze zelf ook eens mogen sturen. Helaas trekt de route nogal vaak door de kleine dorpjes, waar dan ook nog eens kinderen net terug van school fietsen. We voelen ons wat schuldig dat we hier als adrenaline zoekende toeristen door hun straten stuiven. Bij deze wil ik me alvast verontschuldigen bij alle inwoners van groot Vang Vieng… los daarvan hebben we ons wel goed geamuseerd. We draaiden een paar rondjes op een open veld, deden girls versus boys, en op het einde verbrandde kleine Jack zijn hand aan de hete uitlaat. Dus dat karma hebben we ook gehad.

Op de terugweg stoppen we bij een van de Blue Lagoons. Er zijn er hier een 5tal, elk met een springplank, zipline, of een ander toestel om je in één keer in het heerlijke koude water te zwieren. Zwemgerief hebben we natuurlijk niet mee - Jana en David blijken dezelfde onvoorbereide reisstrategie als ons te hanteren - maar we nemen een duik in ons ondergoed en zetten enkele blote kindjes op het vlot.

De kinderen zijn geweldig met Jack en Lou. Ze zijn een pak jonger maar ze spreken ‘Belgisch’ en het doet hen deugd om samen te spelen. Wanneer we wandelen hangt Robin aan Jana haar hand ronduit te vertellen over al haar klasvriendjes. David speelt een gezelschapsspelleke met Sam terwijl zij ook zit te keuvelen over vanalles. Het doet deugd om het gezin even uit te breiden.

Never change a winning formula, dus de volgende avond gaan we nog eens naar hetzelfde restaurant (Bamboo Tree) met het beste eten (en de beste coctails en bieren). Ik heb mijn kater stilletjesaan doorgespoeld wanneer we terug naar het hotel gaan, maar misschien doe ik het deze avond wat rustiger aan. Edoch, oefening baart kunst, vermoed ik, want deze keer horen we de hanen al kraaien wanneer we in ons bed kruipen.

De volgende ochtend halen we op de valreep het ontbijt. De rest van de voormiddag spelen de 4 kindjes de hele tijd samen in het zwembad terwijl Senne en ik wat luieren en lezen, en Jana en David hun 400 kilo aan bagage vacuum proberen trekken en in hun valiezen proppen. Vandaag vertrekken ze richting Bangkok en nadien Bali. We gaan ‘s middags nog eens samen eten (in de Naked Espresso) en daarna zien we ze in hun tuktuk verdwijnen. De kindjes missen ze al direct. We hebben als afleiding een wandeltocht naar een viewpoint voorzien, maar het is weer bakken en braden dus we blijven de rest van de dag in het hotel luieren. Meer zelfs, we boeken hier gelijk 3 dagen bij, zodat we zeker genoeg tijd hebben om te luieren.

De volgende dag huren we een lokaler en vertrouwder voertuig, namelijk brommertjes, om de streek te verkennen en het Nam Xay viewpoint te beklimmen. Het verkeer is hier super rustig, vergelijkbaar met pakweg Kruishoutem. De jeugd verplaatst zich hier bijna consequent op elektrische brommertjes die eruit zien als speelgoed. We komen onderweg meer koeien, waterbuffels, kalkoenen en kippen tegen dan gemotoriseerde weggebruikers. Het viewpoint is een steile klim naar boven op de berg. 30 minuten zwaar bergop door een semi aangelegd pad door de broesse, met op het einde een laatste stukje over rotsen klimmen. Zeer leuk!

Het viewpoint is andermaal fantastisch. Onze bijna wekelijkse klim naar het dak van de wereld ga ik echt missen in België. Het is altijd spannend hoe het er op de top zal uitzien, altijd anders, en altijd een prachtige beloning voor een stevige klim. Deze keer heeft een of andere lolbroek bedacht om een moto vanboven op de berg achter te laten voor een foto momentje. Je vraagt je echt af hoe die daar ooit boven in geraakt… Senne voelt wat testosteron opkomen en gaat voor de foto. Ik kan er ondertussen al wat beter tegen en maak de foto.

Na de viewpoint rijden we, met trillende beentjes van de inspanning, verder naar Blue Lagoon nummer 3. Deze heeft iets meer faciliteiten dan de vorige, er is een zipline in het water, een expeditie Robinson evenwichtsbalk en een trapeze-schommel die je in het water katapulteert. Na enkele worpen wordt Senne overmoedig en hij wil zich extra hoog optrekken bij de afsprong. Diezelfde avond zoeken we een apotheek op voor een middeltje tegen spierverrekkingen..

De brommertocht die we doen in Vang Vieng is bij momenten ontroerend schoon vind ik. Geplaveide straten heb je hier niet, of het zouden de 4 straten in het centrum moeten zijn. Dus van zodra je de gebricoleerde brug over de rivier oversteekt en uit het ‘centrum’ rijdt, zijn het grindpaden. Voor het comfort moet je dus niet met de brommer gaan rijden, maar avontuurlijk is het wel. Niet overal zijn er gaten dus je kan wel van de omgeving genieten, en die is wonderlijk mooi. Na bijna 3 maanden reizen zijn we zwaar verwend geweest met mooie uitzichten (eigenlijk overal en elke dag), maar toch vind ik het hier in Laos echt mooi. Er zijn nog steeds de majestueuze karstgebergten overal rondom en daartussen de sprankelend groene rijstvelden. Bij de 50 tinten groen die we hier zien verbleekt 50 Shades of Grey tot een kinderfilm. Op een gegeven moment zijn de paden roodbruine aarde, en daarrond de lichtgroene rijstvelden die warmen in het zonlicht, en daarachter de donkergroene bebossing op de gebergten. Het lijkt alsof we in een schilderij rijden. De kleuren zijn perfect harmonieus.

We rijden door kleine dorpjes waar de vele kinderen naar ons lachen en zwaaien. Er lopen voortdurend slanke bruine koeien over de straat, honden, kippen,.. de huizen zijn van een eenvoudige schoonheid en helemaal afgelegen. Je beeldt je automatisch in hoe het zou zijn om hier op te groeien. Het is echt een sprong in de tijd. Natuurlijk kijk ik met een romantische Westerse bril en lijkt deze agrarische samenleving wat op de mythe van de noble savage, en ik besef heel goed dat het gemiddeld gezin in Laos echt arm is, maar toch kan ik me niet van de indruk ontdoen dat de mensen hier oprecht gelukkig zijn. De kinderen hebben de meest brede glimlach die ik al zag, sommige vrouwen dansen samen aan hun huizen, schoolmeisjes fietsen naar huis, de mannen wandelen met hun koeien. Zelf de rijstwerkers die terugkeren van het veld lopen lachend en pratend samen terug naar huis. Geregeld zit er ook een bejaarde vrouw langs de kant van de weg ons gade te slaan, en ook zij lacht breed en zwaait. Misschien ben ik naief, maar ik meen hier toch het gezicht van geluk in te herkennen.

Vang Vieng ligt aan de Nam Song rivier en we zijn hier op het moment dat iedereen oefent voor de jaarlijkse boot-races. Lange, lage kano’s, drakenboten genoemd, met daarin een stuk of 10 gedreven gasten achter elkaar, roeien ritmisch de longen uit hun lijf. Ze doen het ook stroomopwaarts, en dat is, gezien de zware stroming, een fameuze prestatie! We bekijken het met een aperitiefje vanop de oever.

De eerste ‘stad’ die we deden in Laos is een schot in de roos. We nemen opnieuw de vers gelegde China-Laos railway en reizen een kleine 200 kilometers verder noordwaarts, naar Luang Prabang. We doen wat homeschooling op de trein en genieten van de uitzichten terwijl de trein door eindeloze bergen, weides en tunnels rijdt. Sam heeft andermaal een lokale specialiteit leren kennen en sluit het hoofdstuk Vang Vieng mooi af in haar dagboekje.

Liefs,

Griet

Previous
Previous

Hangen in Luang Prabang

Next
Next

Noru in Mai Chau